Dahlia's kweken
Dahlia’s zijn niet moeilijk om te kweken. Hieronder staan o.a. diverse tips over de grond om de dahlia’s in te planten, ze te verzorgen waardoor de bloei wordt gestimuleerd, het uit de grond halen en op slaan van de knollen voor de winter.

Dahlia knollen
Hoe zien dahlia knollen er uit?
Dahliaknollen zijn dikke, vlezige wortelstructuren die dienen als voedingsopslag van de dahlia planten. De grootte van de knol zegt helemaal niets over de grootte van de plant of de dahliabloem.
Nadat je de knol in de winter hebt opgeslagen, en ze weer de grond in gaan, vormen zich in de kraag ogen waar nieuwe takken uit zullen ontstaan. Dit is ook de reden dat je in het najaar niet te ver de stelen moet snoeien en waarom het geen zin heeft enkele tubes te poten. Aan een enkele tube zal geen oog komen waar takken uit zullen groeien.
Grond
Dahlia’s groeien in praktisch elke grondsoort en onder alle omstandigheden. De plant houdt van zon en zal rijker bloeien naarmate ze in goed doorlatende grond staat en een beschutte plaats heeft. Dahlia’s doen het goed in grond waarin veel organisch materiaal is verwerkt zoals compost en bladaarde.
Bij het poten wordt door sommige leden wormenmest gebruikt. Meng het met de grond wanneer je de knol in de grond zet.
Planten
Wanneer plant je de dahlia's?
Het planten van de dahlia knollen begint meestal vanaf april. Het hangt wat van de weersomstandigheden af wanneer je ze het best kunt planten. Je wilt ze nl niet in kleddernatte grond planten. Het meest verstandig is het om de knollen in elk geval ná IJsheiligen te planten.
Plant je ze vóór de IJsheiligen dan bestaat de kans dat reeds opgekomen stengels en blaadjes schade oplopen door de nachtvorst. Wanneer je ze plant in een hele natte grond bestaat de kant op rotten.
Hoe plant je ze?
De dahlia knollen worden op ongeveer 40-60 cm van elkaar geplant. De knollen worden zo diep gepoot dat de kraag van de knol zo’n 4-5 cm onder de grond zit.
Dieven
Om mooie bloemen te kweken als snijbloem, is het belangrijk om planten te dieven. Door te dieven krijg je grote bloemen met lange stelen.
Naast elke bloemknop, zit in beide oksels van de bladeren ook nog een bloemknop. Van de bovenste en de daaronder gelegen oksel, worden de bloemknopjes verwijderd. Op die manier gaat alle energie/voeding naar die ene bloem in plaats van dat het over meerdere bloemen moet worden verdeeld. Bij voorkeur dief je de bloemknopjes zo vroeg mogelijk.
Ook het verwijderen van uitgebloeide bloemen stimuleert de groei van andere bloemen.
Een tekening hoe je een dahlia dieft
Op deze tekening zie je 2 dahlia takken. De pijltjes wijzen naar de kleine (of inmiddels grotere) knopjes die in de oksel van de bladeren gaan groeien. Deze weghalen is het dieven van de dahlia.
Video hoe je een dahlia dieft
Klik hier om een video over dieven te bekijken, of misschien vind je deze video duidelijker.
'Toppen' van de dahlia voor een bredere en stevige plant
Wil je meer uit je dahlia’s halen, dan kun je ze ook ’toppen’. Als de plant zo’n 30 cm hoog is, snijd of knip je met een mes of snoeischaar de midelste scheut uit de plant ongeveer 10 cm tot één cm boven het derde bladrozet. Je denkt wellicht ojee daar gaat m’n plant, maar hij zal breder vertakken tot een stevige, struikvormige plant die meer bloemen geeft.
Knollen poten
Dahliaknollen kunnen niet goed tegen de vorst, het is daarom verstandig ze na IJsheiligen te poten. Houd ook rekening met de weersomstandigheden, is het bijvoorbeeld een lange natte periode dan is het wellicht verstandig om te wachten met het poten van de knollen. Wanneer de knollen lange tijd in natte grond staan is de kans aanwezig dat de knollen gaan rotten.
Iedereen heeft zijn of haar eigen werkwijze bij het poten van knollen. Hieronder een stappenplan hoe je dit zou kunnen doen.
1. Grond voorbereiden
…
1. Losmaken van de grond (met woelvork)
…
2. Maken van gaten voor de knollen
Dahliaknollen groeien uit tot soms flinke dahliastruiken. Belangrijk is dus om ze de ruimte te geven.
Je kunt uitmeten hoeveel knollen je op een rij wilt hebben en aan de hand daarvan steeds een gat graven, bijvoorbeeld om de 50cm.
Wat je ook kunt doen is tussen elk gat wat je graaft steeds een ruime schepbreedte tussen laten.
3. Stokken plaatsen (optioneel)
Als de dahlia is gegroeid kan een flinke wind ervoor zorgen dat de stelen knakken, daarom is het verstandig de dahlia’s te ondersteunen met stokken of door een speciaal net met grote ruimtes over het bed te spannen. Wanneer je kiest voor stokken, zou je er voor kunnen kiezen om de stokken al in deze fase van het poten in het gat te steken. Hierdoor weet je waar je je knol hebt gepoot, maar riskeer je ook niet dat je later door je knol heen prikt.
4. ...
…
5. ...
…
6. ...
…
Knollen rooien en bewaren
Dahlia’s zijn niet winterhard. Als je de knollen wilt bewaren moeten ze voor de winter gerooid worden. Eind september merk je al dat de stelen van de dahlia’s slapper worden en dat de bloemen sneller verwelken. Half/eind oktober is het meestal tijd om de knollen uit de grond te halen, maar houd ook de langere termijn weersverwachtingen in de gaten. Als er een langere periode van veel regen wordt voorspeld, is het wellicht verstandiger om ze er eerder uit te halen.
Belangrijk is om de dahlia’s droog en vorstvrij te bewaren. Voor het rooien en bewaren van de dahlia’s zou je onderstaande stappen kunnen volgen.
1. Labelen (optioneel)
Het is handig om planten tijdig van een label te voorzien als je ná de winterperiode wilt weten welke knollen je hebt. Begin al met het labelen voordat je de laatste bloemen hebt geplukt zodat je nog ziet welke dahlia het is.
2. Knippen van de stelen
Als eerste knip je de stengels kort (zo’n 10cm) boven de grond af. Als je ze langer laat, kun je ze makkelijker uit de grond halen en vasthouden bij het schoonmaken, maar heb je er bij het schoonmaken mogelijk wel iets meer werk aan. Ook heb je meer ruimte nodig voor het drogen en opbergen als je de stelen langer laat.
Het loof wat je van de knollen afknipt kun je naar de composthoop brengen, maar je kunt het ook klein knippen en, nadat de knollen eruit zijn, het op je eigen dahliatuin leggen. Met dit chop & drop principe kan het loof gedurende de winterperiode op je eigen tuin composteren. Om het composteringsproces te helpen maak je het zo klein mogelijk. In het voorjaar hoef je enkel eventuele lange stengels eraf te harken.
Sommige leden houden na het knippen van de stelen de knollen nog een periode in de grond voordat ze ze er helemaal uit halen. Hierdoor zouden de knollen nog energie op kunnen slaan. Het kan ook ‘gewoon’ makkelijk of op zo’n manier het werk te verdelen over meerdere momenten.
3. Knollen uit de grond halen
De knollen haal je eruit door er met een spitvork voorzichtig onder te steken en ze uit de grond te wippen. Doe dit voorzichtig zodat je de knol niet beschadigd, deze kunnen aardig groot zijn geworden tijdens het bloeiseizoen.
Zie ook het stukje over gal herkennen.
4. Drogen van de knol
Voordat de knollen opgeborgen kunnen worden is het belangrijk dat ze eerst één of twee weken gedroogd worden en ontdaan worden van de meeste zand. Droog de knollen op z’n kop zodat eventueel water wat nog in de stelen zit eruit kan lopen ipv dat het op de knol kan gaan schimmelen. Eventueel kun je de knollen ook kleiner knippen door de kleinere aders en wortels eraf te knippen. Het is vooral ook handig om ze kleiner te knippen zodat ze minder ruimte in beslag nemen.
5. Vermeerderen/ delen (optioneel)
Wanneer je de knollen uit de grond haalt, zal in de meeste gevallen een flinke kluit van knolletjes omhoog komen. Meestal is het mogelijk om de grotere knollen te splitsen. Indien er meerdere stengels uit de knol komen, dan is het mogelijk om de knol te scheuren. Wanneer het niet lukt om de knol te splitsen door scheuren, dan is het ook mogelijk om de knol te splitsen door hem met een mes in tweeën te snijden. Het is van belang dat er telkens een kraag aan een stengel zit waaraan minstens één maar liever meerdere knollen zitten.
6. Opslaan van knollen
Het is verstandig de knollen vóór het opbergen nog te controleren op schimmel en rot, verwijder dit of snijdt het weg. Wanneer je dit niet doen is de kans groot dat het overslaat op andere knollen.
De knollen dienen te worden opgeslagen op een koele, droge en tochtvrije en vorstvrije plaats. Een kartonnen doos, eventueel voorzien van stro en/of kranten voldoet prima als bewaarplek.
Planten ziekten & plagen
Gal bij dahlia's herkennen
Deze dahliaziekte ontdek je doorgaans pas als je je knollen opgraaft, het is namelijk niet meteen te zien is aan bijvoorbeeld een slechte bloei.
Bij een knol met gal lijkt het of de knol allerlei kleine uitlopers heeft, alleen zijn het er heel veel bij elkaar het kan een beetje bloemkool-achtig lijken.
Als je het ontdekt gooi de gehele knol dan weg bij het restafval en NIET op de composthoop of het GFT afval want anders recycle je de bacterie die voor gal zorgt.
Hieronder 2 voorbeelden, met daarnaast de uitvergroting hoe gal bij dahlia’s te herkennen is.
Meer info op o.a. : Gardeners world magazine
Slakken
Slakken houden van de jonge verse blaadjes van de dahlia’s en kunnen een ware plaag vormen. Hier zou je biologische korrels voor kunnen gebruiken. Op onze tuin hebben we positieve ervaring met het leggen van schaapswol om de dahliastam. Voor slakken in de groentetuin kunnen worden geweerd met een mooie constructie van gaas. De slakken loopt wel via het gaas omhoog, maar komt bovenaan niet verder.
Meer informatie over dahlia ziekten
Er zijn nog meer dahlia ziekten en plagen, o.a. op de site van Gardeners’ Worldmagazine kun je hier meer informatie over vinden.